Nepal – verslag 3
Hee allen, daar ben ik weer.
Leuk dat jullie weer meelezen en zo met me meereizen en dank voor de leuke reacties. Even als waarschuwing vooraf, ik heb er zin in deze blog dus pak je kop (of pot) thee er maar bij.
De laatste dagen heb ik voornamelijk lekker rondgestruind langs alle plekken waar ik alweer een kleine tien jaar niet geweest was. En dit keer was ik ook een dad-on-a-mission, nadat ik m’n dochter wat filmpjes van de apen hier had gestuurd. Helaas had ik net niet vastgelegd hoe bij degene naast me zijn colaflesje gestolen werd door een aap, maar ze was tevreden met het resultaat. Nu wilde ze echter ook olifanten en leeuwen zien… okeeeeeee. Gelukkig helpt de cultuur een beetje mee hier:
Verder voel ik me heel erg thuis in de omgeving, zeker ook omdat op ongeveer elke straathoek het voor mij zo vertrouwde boeddhisme (en zeker de Tibetaanse vorm) terug te zien is. Wat hier vredig hand in hand leeft met het een stuk grotere hindoeïsme. Al zijn er veel mensen ‘cultureel religieus’: geboren in een boeddhistisch of hindoeïstisch gezin, maar als je even doorvraagt inhoudelijk er niet echt mee bezig. Wel vieren ze de feestdagen en doen ze mee met de gebruiken en dus een beetje net als bij ons bij heel veel van de christenen.
Je hoeft er echt niet ver voor te kijken, in de oude stad is dit er overal tussen de woonhuizen.
Doorgaans zijn de gebouwen oud en niet altijd even goed onderhouden maar de cultuur spat er vanaf. Zo’n tempeltje hier beneden staat er wat verwaarloosd bij, maar zou ik thuis super graag willen hebben.
Je ziet de rijke culturele geschiedenis hier overal terug. Naast de tempels en stupas en hindoeïstische vereringsplekken, hebben ook de oudere huizen in het oude centrum vaak prachtig houtsnijwerk bij de raamkozijnen.
En ook al zijn de vereringsplekken oud en vaak slecht onderhouden, ze worden wel gebruikt want er zijn altijd tekenen van recente offeringen.
Ondanks de rijke cultuur en historie, zie je ook hier helaas steeds meer de tendens van verwestering. Fastfood en frisdrank zijn heel erg populair en ook hier beheersen mensen met smartphones het straatbeeld.
Ook bij de monniken…
En hebben ze bij dit klooster zelfs dit:
En op deze plek zelfs een heus TikTok verbod…. (geen gein)
Ook hier is social media inmiddels iets waar sterk de identiteit aan ontleend wordt. Mensen zijn verbaasd dat ik geen Facebook heb. Ook monniken trouwens.
Deze nieuwe statussymbolen uit het zo geidoliseerde westen, worden als vooruitgang gezien. Al weten wij natuurlijk wel beter (of zijn we er langzaam achter aan het komen) dat bovengenoemde zaken ons eigenlijk voornamelijk fysieke en mentale gezondheidsschade gebracht heeft.
Ook wordt er hier voor de oplossing van de aan de westerse leefstijl gerelateerde problemen zoals overgewicht en stress, steeds meer uitsluitend gekeken naar medicatie. Nog veel meer dan in het westen zelfs, want uit de verhalen over het platteland hoor ik dat ze daar allemaal medicijnen willen. Ook als ze niets mankeert, want dat is het beste wat er is. En ook hier heb ik met mensen gesproken die klachten hadden en het alleen maar hadden over dat ze medicijnen nodig hadden. Ook bij hand- en kniepijn. Ik heb m’n best even gedaan maar er was echt geen enkele interesse in een andere uitleg dan een ‘medicatie-tekort’.
Bij ons zie je langzaam steeds meer de weg terug naar de oorspronkelijke natuurlijke aanpak met zaken als biologisch eten, yoga, meditatie en ademwerk (wat mij natuurlijk niet slecht uitkomt haha) die steeds populairder worden, zeker ook bij gezondheidsklachten. Hier wordt, zoals in zo veel armere landen, nog steeds de tegenovergestelde weg bewandeld en is dat omslagpunt nog een stuk veder weg. Wat doodzonde is natuurlijk omdat er juist hier zo’n rijke historie is van energiewerk, meditatie en pranajama. Wat helemaal in de vergetelheid geraakt is. Kijk maar eens naar want er in een land als Japan gebeurt is, waar de rijke tradities, wijsheden en kennis, ook vervangen zijn door technologie.
Ook de supermarkten zijn hier gevuld met allemaal verpakt en bewerkt voedsel.
En al zijn de lokale straatstalletjes of winkeltjes er nog wel, veel mensen eten ook hier niet echt natuurlijk meer.
Zelf heb ik m’n vegan eetpatroon even losgelaten en ben ik tijdelijk op vegetarisch over gegaan en bio daar kijk ik maar even helemaal niet naar, om me wat gemakkelijker te kunnen aanpassen. Het is soms ook moeilijk te weigeren, zoals toen ik vandaag hier melkthee aangeboden kreeg.
Al eet ik niet met de handen en open mond nog steeds. Niet elk gebruik hoef je over te nemen haha.
De idealisering van het westen zie je ook terug in de reclames. Het viel me de eerste dagen al op maar nu ik erop ben gaan letten is het heel bijzonder. In vrijwel alle commerciële afbeeldingen zie je nauwelijks mensen met een Nepalees uiterlijk, maar zijn de modellen veel blanker en westerser dan in het straatbeeld hier terug te zien is. Dit zie je overal, maar zeker bij kappers en schoonheidssalons:
Bij grote internationale merken snap ik het dat ze soms wereldwijd dezelfde reclameposters hebben, maar dit is de lokale middenstand. Het Nepalese gezin waar ik verblijf bevestigde dat blank nog steeds echt als beter gezien wordt. Terwijl een Nepalees toch echt behoorlijk donker is, zoals hier op de foto met de jongen waar ik deze rugzak van gekocht heb en een hele tijd mee gesproken heb en tijdens de prijs onderhandeling en erna enorm mee heb staan lachen.
De Nepalezen maken überhaupt graag een praatje met je en zijn heel belangstellend. Ook vaak als je geen potentiële klant bent. De rugzak zal vrees ik niet super lang mee gaan, het was het tientje meer dan waard.
Ze doen het marketing technisch sowieso vaak erg goed, getuige deze man die in zijn zaak slaapzakken verkoopt:
Of is die te ver gezocht? 🙂
De mensen hier zijn echt mega vriendelijk. Zoals ik al zei zijn ze heel relaxed maar ook echt heel behulpzaam. Het graag willen helpen slaat soms iets door. Een paar dagen geleden vroeg ik aan een local ‘Is the Mahabudha temple that way?’ In de yes als antwoord voelde ik echter wat twijfel. Op de vraag ‘are you sure?’ kwam vervolgens een ‘no’. En m’n taxi chauffeur gisteren wilde me zo graag naar de afgelegen plek brengen die hij niet kende, dat hij na vijf keer googelen (en de mensen die hij vroeg ernaar en hetzelfde deden maar zonder resultaat), toch maar bleef doorrijden. Waar het normaal op twintig minuten afstand zou moeten zijn, vroeg ik hem na een uur waar hij nu eigenlijk heen ging. Hij wilde me naar een uitkijkpunt brengen verderop…. Goed, maar keer maar om vriend en ik ga wel wat anders doen. Mensen niet teleur willen stellen is prima, maar niet altijd handig…. Maar het is vaak wel heel fijn natuurlijk en de ervaringen zijn over het geheel natuurlijk heel fijn.
Met als hoogtepunt eergisteren toen ik naar huis liep met een tas met 10kg aan klankschalen. De rugzak is niet het enige dat ik gekocht heb. Ik ben hier als een kind in een snoepwinkel weet je nog? En met al die geweldige klankschalen, kon ik niet kiezen en liep dus met wat ik later begreep ongeveer een derde van een Nepalees jaarsalaris aan schalen naar buiten…
Al dragend liep ik langs een jongen op een motorfiets en die begon tegen me te praten. Hij was net daarvoor langs me gereden en hier even gestopt om te vragen of ik een lift wilde aangezien de tas zo zwaar leek. Hij heeft me achterop richting huis gebracht en onderweg heb ik een leuk gesprek met hem gehad. Hoe cool is dat? En hoe vaak gebeurt zoiets bij ons? Niet dat ik dat soort dingen in Nederland vaak doe, maar het zet me wel weer aan het denken.
Het is typisch dat op plekken waar het economisch wat minder goed gaat en politiek minder goed geregeld is, de mensen vrijwel altijd socialer, aardiger en behulpzamer zijn. Als ik de gemiddelde Nederlander en Nepalees vergelijk, of eigenlijk de gemiddelde oké verdienende mens in een eerste wereldland, met een gemiddelde Aziaat of Zuid Amerikaan, is dat vaak een wereld van verschil als het aankomt op sociale vermogens en hulpvaardigheid.
Which makes sense, want hoe stabieler het systeem is en meer privileges, hoe meer mensen voornamelijk met zichzelf bezig zijn. Als de basis is geregeld, gaat de focus meer naar luxe. Als het minder goed geregeld is of er zijn minder overlevingskansen, dan gaan mensen vanzelf meer voor elkaar zorgen.
Ons sociaal stelsel is vanzelfsprekend voor ons en het is natuurlijk super dat het er is, maar het zorgt ook voor veel eenzaamheid en isolatie. Kijk maar wat wij doen met onze ouderen. Die worden in tehuizen ondergebracht en vaak nog maar zelden bezocht. Hier worden ze in huis genomen worden en leven hele families samen onder één dak. Mensen blijven daardoor sociaal betrokken en een rol van betekenis spelend, in plaats van dat ze wegkwijnen en alles voor ze uit handen genomen en verzorgd wordt. En het wat betreft het sociale aspect moeten doen met een beetje aandacht van betaalde krachten waar het hart voor de medemens er wel is, maar het gebrek aan tijd en bezetting dat vaak in de weg staat.
Niet alleen ouders als ze oud zijn, maar ook de al volwassen kinderen met een gezin, wonen hier vaak nog thuis en onder hetzelfde dak als de ouders. Net zoals alleenstaande broers of zussen er vaak bij in wonen. Sociale opvang instellingen komen hier wel steeds meer, maar zijn voornamelijk voor de mensen waar echt geen familie meer van is. Of waar de eerste wereld taferelen ook door beginnen te dringen en dat de nieuwe generaties te druk zijn met werk en/of daarvoor verder weg gaan wonen en de zorg uitbesteden.
Daarnaast is deze manier van voor elkaar zorgen, ook uitstekend voor je eigen persoonlijke en spirituele ontwikkeling denk ik. Want zoals het boeddhistische gezegde luidt:
Iedereen kan voor zichzelf wel nagaan of het een uitdaging zou zijn je familie in huis te nemen of niet. Dat geldt voor je ouders onderdak geven, als wel voor je kinderen weer in huis nemen. Voor velen een uitstekende methode met je ego aan de slag te gaan :-). Toen ik het er echter met de vader des huizes hier over had, zei hij dat hij het ook zag als een teken van het goed gedaan hebben als ouder als je kind bij je in huis blijft wonen, zelfs nadat ze getrouwd zijn en een eigen gezin starten. Vond ik mooi.
Het is hier natuurlijk ook echt niet allemaal beter dan bij ons en wij hebben bepaalde zaken goed voor elkaar in onze samenleving. Maar waar wij in het westen vaak nog wat neer neigen te kijken op hoe het er in dit soort landen aan toe gaat, zie je als je in gaat zoomen dat de mensen er vaak mentaal gezonder en meer in balans zijn dan wat ik om me heen zie in Nederland. En zeker ook in opper succesvol Amsterdam Zuid. De mensen in dit soort landen zijn juist omdat ze basaler en socialer leven doorgaans meer natuurlijk en ook duidelijk merkbaar gelukkiger. Dat heb ik keer op keer weer gezien op de vele plekken in de wereld waar ik inmiddels geweest ben. Het lijkt onlogisch want ze hebben zoveel minder, maar eigenlijk is het vooral ‘more money more problems’ want onze westerse welvarende maatschappij kenmerkt.
Want waar hebben mensen nu echt behoefte aan? Zonder al te cheesy te willen overkomen is dat aan connectie en liefde. Dat is waar mensen op het sterfbed het over hebben (blijkt ook uit onderzoek) en niet over wat de commercie en het bedrijfsleven ons voorspiegelt: geld, materieel bezit en aanzien en consumeren van zoveel mogelijk van de ‘geneugten van het leven’. Wij meten in onze maatschappij vooruitgang van een land echter uitsluitend aan koopkracht, wat een totaal niet gecorreleerde maatstaaf is. Maar zolang we succes en geluk door elkaar blijven halen en commercie en het bedrijfsleven via reclames de perceptie van de grote menigte blijft beïnvloeden, zal daar weinig aan veranderen.
En dat het anders kan, blijkt wel uit het voorbeeld van het net als Nepal tussen India en China ingeklemde koninkrijk van Bhutan. Het land dat ook wel bekend staat om het bruto nationaal geluk, waarbij de regering kijkt naar en meer hoe gelukkig de bevolking is als factor van welvaart en vooruitgang en dat niet bepaald aan de hand van koopkracht en bruto nationaal product. Een land waar waar bedrijven zoals McDonalds gewoon niet welkom zijn en de nadruk ligt op cultuur en welzijn, en dus niet zozeer op de nieuwe religies van het bedrijfsleven en op welvaart.
Helaas dat dit soort dingen tegenwoordig recht tegenover de meest heilige plekken van het land liggen en waar als ik het me goed herinner, er tien jaar geleden nog lokale straatrestaurantje waren waar veel lokale zaten. Die zitten er nu naast de toeristen ook nog, maar is alleen de jongere en rijkere generatie.
Maar de mensen zijn dus bijzonder hier. Waar ik me bij het vuur, de passie en de warmte van de mensen in Zuid Amerika, ook altijd enorm thuis voel, is het hier bijna het tegenovergestelde. Mensen zijn hier juist teruggetrokken, rustig en beheerst en tonen nooit emotie. Emoties uiten is echt een no go in veel van Azië. Zelfs bij begrafenissen die hier vaak met open verbrandingen plaatsvinden, ogen de mensen ‘gelaten’. En ook al is personal space niet echt bestaand hier en staan mensen vaak tegen je aan in rijen en dergelijke, elkaar echt aanraken is ook niet echt gangbaar. Alleen onder mannen dan. Enigszins opvallend voor een land met behoorlijk wat homofobie, maar net als in het midden oosten zijn mannen onderling heel aanrakerig en jong en oud lopen ze vaak hand in hand of innig omarmd en in elkaar verstrengeld over straat.
Maar ondanks dat de mensen dus gesloten en teruggetrokken zijn, maken ze wel echt contact. Kijken ze je aan in de ogen en zijn ze oprecht geïnteresseerd in wie je bent (en niet zozeer wat je bent) en weten ze vaak nog precies wie je bent.
Dat bleek wel uit mijn bezoek bij het vrijwilligersproject waar ik gewerkt heb (waarover in een volgende blog meer) en bij de beeldenmakers waar ik het vorige keer over had. Ik had ze op beide plekken nog niet verteld dat ik naar Nepal zou komen, maar toen ik binnenliep werd ik beide keren ontvangen met een grote glimlach van herkenning en wisten ze meteen mijn voornaam (op z’n Nepalees uitgesproken dan wel, maar toch). Terwijl het toch echt negen jaar geleden is dat ik ze voor het laatste gezien had. En toen nog maar kort en het was alweer 11 jaar geleden dat ik ze echt gesproken had, terwijl ze toch elk jaar heel veel mensen zoals ik zien uit het westen.
Ik was stomverbaasd maar het was uiteraard wel heel fijn zo begroet te worden. Zowel Raju als Loonivaa wisten me nog zo goed te herinneren dat ze opmerkten dat ik wat afgevallen was in vergelijking met toen, wat klopt. Ik ging me toch even afvragen of ik me dan zo slecht of vreemd gedragen heb toen, want dat zijn de mensen die doorgaans het beste onthouden worden.… Maar ik kreeg al snel de bevestiging dat ze me graag weer zagen dus dat is oké.
Al met al is het hier dus goed loskomen van thuis. Ik merk nu pas hoe druk het was en hoeveel spanning er in m’n systeem opgebouwd zat. En snap nu pas hoe mensen vaak een paar dagen nodig hebben op vakantie om echt te landen. Iets dat ik niet ken want ik ben, net zoals nu, mentaal eigenlijk altijd meteen waar ik aankom als ik reis en alles kwijt van thuis, maar m’n lichaam geeft aan dat ik echt een versnelling hoger zit nog.
Dat merk ik aan m’n snelheid van lopen, al wordt dat met de dag trager en meer als de locals, en aan dat ik de rust nog niet echt goed vindt en ook in de avond en ochtend nog steeds neig dingen te gaan doen. Het was ook een druk jaar en alleen en fulltime voor een vijfjarige zorgen is veeleisend. Doorgaans hielpen mijn meditatie en ademwerk voor de rust en het opladen, maar dat is de laatste maanden niet genoeg geweest merk ik nu en ik ervaar in deze andere omgeving pas hoe diep het zat.
Maar dat is dus helemaal goed aan het komen nu in deze omgeving. De cultuur en mensen zijn anders, het straatbeeld is anders, je ziet en ruikt en hoort andere dingen, je betaalt met ander geld (en vaak veel biljetten). Alles is net even anders (of soms totaal anders) en dat alles helpt me even los te komen.
Maar het meeste helpt het basaler leven voor me. Tot jezelf komen is gewoon heel lastig in onze omgeving met alle sociaal, cultureel en maatschappelijk verwachtingen, alle opties die we hebben die vaak alleen maar voor keuzestress zorgen en met alle afleidingen van het echte leven via onze beeldschermen. Ze zorgen niet alleen voor een verdere vervreemding van intermenselijke connectie en verhoudingen, ook om je eigen stem en gevoel te ervaren wordt erdoor bemoeilijkt. Zelfs als je je ervan bewust bent, word je er toch heel gemakkelijk in meegesleurd. En hoeveel dat is, merk je vaak pas als er meer rust is. Rustmomenten die er in onze gevulde dagen nog maar zelden zijn en ook op vakanties vaak niet meer echt voorkomen. Want ook hier kan de input en consumptie verslaving verder gevoed worden, gaat het al snel om dingen op lijstjes af te vinken (of er dingen aan toevoegen) en wordt de onrust en stress op zijn best maar tijdelijk en aan de oppervlakte geparkeerd.
De smartphone apps, mail en social media gaan namelijk doorgaans gewoon door. En ook als je je ervan bewust bent en zelfs trainingen in geeft om er beter mee om te gaan…, is het niet gemakkelijk loskomen merk ik. Tot een paar jaar geleden liet ik hem (of haar??) altijd op m’n kamer als ik op reis was. En waar m’n telefoon nu overdag nog steeds alleen op vliegtuigmodus staat, is het gemak van even wat noteren toch wel erg groot. Zeker nu er meer rust komt, merk ik dat ik helderder wordt en meer creatieve ideeën heb voor mn trainingen en podcasts en die wil ik dan graag even opschrijven. En mijn telefoon is m’n fotocamera nu… Maar ook dat wordt elke dag een beetje gemakkelijker los te laten.
Maar vooral het basaler leven van hier is voor mij dus een hele fijne invloedsfactor om te vertragen en ont-doen. De meeste mensen gaan op vakantie om even te ontsnappen aan de ratrace van het drukke veeleisende leven, waartoe we uitgenodigd worden maar ik besef me in dit soort landen iedere keer weer dat we her uiteindelijk toch echt voor onszelf creëren en het voor een groot deel echt niet hoeft. Als we zouden leven voor de behoeften die we echt nodig hebben, dan zouden we vaak met de helft al uit komen, woonden we kleiner, consumeerden we minder (voor zowel eten en drinken als spullen) en hadden we een rijker sociaal leven. Zoals hier het geval is, en daarbij de mensen in echte armoede buiten beschouwing latend uiteraard.
Ik moet daarbij altijd denken aan het mooie verhaal van een zakenman die op vakantie in gesprek raakt met een lokale visser. Als hij vraagt wat de visser doet op een dag, antwoord die dat hij in de ochtend vist totdat hij voldoende heeft voor de dag, deze aan land verkoopt en dan samen met zijn op het strand de rest van de dag doorbrengt.
De zakenman ziet de potentie voor groei en zegt; als je nou eens de hele dag gaat vissen en wat vermogen opbouwt, dan kun je een grotere boot kopen en mensen aannemen en meer boten kopen en verdien je nog meer geld en dan kan je straks eerder stoppen met werken. De man vertelt trots over zijn ondernemingen, het grote huis waar hij woont, de auto’s die hij heeft en hoe druk hij het heeft. Hoe hard hij werkt en de lange werkdagen en weinig vakantie, maar dat hij een plan heeft. Hij wil namelijk op zijn vijf-en-vijftigste stoppen met werken en dan naar een eiland zoals dit gaan komen, daar alleen nog de dingen doen waar hij nog zin in heeft en genieten van het leven. De visser kijkt hem aan en zegt; een beetje wat ik nu al doe dus…
En ook ik ken die valkuil natuurlijk en stap er nog vaak in thuis, maar ben heel dankbaar hier weer even te mogen ervaren dat het niet hoeft en hoe het is er even los van te zijn. Zodat ik het hopelijk weer meer kan integreren in m’n leven in Amsterdam, want dit alles is zoveel beter en natuurlijker voor ons systeem. Ik merk dat ik hier rustiger, helderder en creatiever ben dan thuis. En door het hier even op te schrijven, me nog even wat meer inzicht en diepte geeft. Waar ik er tegelijkertijd weer op moet letten dat ik niet in m’n valkuil stap er weer een heel project van te willen maken en het te houden tot ‘precies goed’ haha.
Hopelijk mag ik jou met dit verhaal even meenemen in de lessen die ik in Nepal weer mag ervaren en geeft het je ook een break en touch down op je dag.
Wat me ook helpt is dat ik dagelijks op m’n nieuwe klankschalen speel, wat heel rustgevend is en echt je intuïtieve vermogens aanspreekt. Nog even oefenen en ik ben in te huren voor concerten 🙂
En last but not least, de voor mij meest krachtige plek waar ik tot nu toe gemediteerd heb, is weer binnen handbereik. En daar ben ik bijna dagelijks te vinden.
Benieuwd waar dat is? Ik vertel het je in een volgend verslag. En na hier gisteren een paar uur gezeten te hebben, werd ik lopend op straat meerdere keren ingehaald door locals :-).
Hele fijne dag daar en dank voor het meereizen 🙂
Groetjes Roel